de toneelcentrale
toneeluitgeverij
logo2.jpg

Gevaarlijke bocht, De
Priestley, J.B.

Catalogus nummer: 1703
Aantal dames: 4
Aantal heren: 3
Genre: toneelspelen
avondvullend

In het huis van Freda en Robert Caplan is een aantal mensen bijeen. Behalve de bewoners zelf zijn er Robert's compagnon Gordon Whitehouse en diens vrouw Betty; Robert's andere compagnon Charles Stanton, die ongehuwd is; Olwen Peel, die medewerkster is van de drie heren (uitgevers) en tenslotte juffrouw Mockridge, een schrijfster die onder contract staat bij de uitgeverij. De dames zitten bijeen na het eten en zij en wij horen het eind van het hoorspel 'De slapende hond'.Juffrouw Mockridge benadrukt hoe gezellig en knus ze dit clubje mensen vindt en ze is van mening dat Olwen maar met Charles moet trouwen "om het patroon hier af te werken. Dan waren er drie liefhebbende echtparen." Ze is haast zelf bereid om met Charles te trouwen "om in uw tovercirkel te worden opgenomen." Het is ook juffrouw Mockridge die Martin ter sprake brengt, Robert's broer die bij dezelfde uitgeverij werkzaam was. Het fijne weet juffrouw Mockridge er niet van, maar wel dat Martin dood is. Freda vertelt kort dat Martin zich heeft doodgeschoten, een jaar geleden, in een landhuisje in de buurt. De conversatie gaat met de binnenkomst van de heren op andere dingen over, tot het gesprek op het hoorspel komt. Volgens Olwen was de slapende hond de waarheid en de echtgenoot in het hoorspel stond erop die wakker te maken. Zo komt het gesprek op waarheid. Op een gegeven moment pakt Freda een muzieksigarettendoos op waarop Olwen uitroept: "0, die doos herinner ik mij!" Hetgeen volgens Freda niet mogelijk is daar hij aan iemand anders heeft toebehoord en dit de eerste keer is dat ze hem voor de dag haalt. Wanneer duidelijk wordt dat zowel Freda als Olwen iets verbergen dat met Martin te maken heeft (de doos behoorde hem toe) staat Robert er op de waarheid te achterhalen, ondanks waarschuwingen van de anderen dat hij er spijt van zal krijgen. Stukje bij beetje wordt de zaak duidelijk: Martin was een pervers man met een homoseksuele belangstelling en in het verlengde daarvan had hij macht over Gordon. Freda was verliefd op Martin, na ooit een buitenechtelijk avontuurtje met hem te hebben gehad dat voor hem niets betekende maar waarna zij hem niet kon loslaten. Betty is de maîtresse van Charles. Olwen is verliefd op Robert en Charles op Olwen. Robert zelf droomt al jaren van Betty. Ook komt aan het licht dat Martin geen zelfmoord heeft gepleegd maar door Olwen is doodgeschoten toen ze probeerde zijn revolver, waarmee hij haar bedreigde, af te pakken. Na al deze onthullingen verlaat Robert de kamer, even later klinkt een schot. Dit is het gezellige, knusse clubje van juffrouw Mockridge! Na een donkerslag wordt het begin van het stuk herhaald maar nu wordt op de opmerking over de muziekdoos niet ingegaan, maar op een dansmelodie die Gordon al draaiend aan de knop op de radio vindt, begint het gezelschap te dansen.De Britse auteur J.B. Priestley was in de Eerste Wereldoorlog in dienst in het Britse leger en daarna ging hij studeren. In 1918 maakte hij zijn literaire debuut met een gedichtenbundel 'The chapman of rhymes'. Behalve als toneelschrijver van een groot aantal stukken is hij ook actief geweest als romanschrijver en literair criticus. 'The dangerous corner' dateert uit 1931. Priestley bewandelde graag nieuwe wegen en schrok niet terug voor iets ongewoons, zonder daarbij uit het oog te verliezen wat dramatisch werkt en wat niet. De structuur van 'De gevaarlijke bocht' is daarvan een voorbeeld.



NAAR MIJN ZICHTZENDING>