De Vogelaar

Arend-Jan is een fanatieke vogelaar. Hij is bezeten van zijn hobby en praat eigenlijk over niks anders dan het vogelgebeuren. Maar op een dag gaat hij zo in het spotten van vogels op, dat hij pardoes de vrolijke Merel omver loopt. Het gevolg is een gewonde Merel, omdat ze haar ‘pootje’ heeft verzwikt. Hij voelt zich schuldig en begeleidt Merel naar zijn thuis om haar daar te verbinden. Merel zingt echter een totaal ander lied dan men in huize Koekoek-Beflijster gewend is. Dus Arend-Jan probeert haar voor iedereen verborgen te houden. Een poging die niet bepaald succesvol verloopt. Huize Koekoek-Beflijster staat namelijk op stelten als een mevrouw Blauwborst, de plaatselijke notaris, de moeder van Arend-Jan slecht nieuws komt brengen. Moeder raakt in alle staten, oma probeert alles te sussen, de notaris wordt verliefd op de butler, moeder ziet Merel aan voor een koerier, oma ziet Merel aan voor de nieuwe hulp in de huishouding en de butler heeft met name oog voor het drankenkabinet en de overbuurvrouw...

TIP: hoewel oorspronkelijk geschreven voor een jong gezelschap, is dit toneelstuk met enige aanpassing ook te spelen door senioren, waardoor de verwikkelingen ook iets tragisch krijgen, omdat Arend-Jan dan al veel te lang zonder liefde is geweest en Merel ook al een leven achter de rug heeft. De overbezorgdheid van de moeder en betrokkenheid van de butler kunnen zodoende ook meer diepte krijgen, zodat de opbloeiende liefde tussen Arend-Jan en Merel ultiem ook iets bevrijdends heeft (een zorg die noch zijn moeder, noch de butler nog langer hoeven te dragen).